Denk je aan start-ups, dan denk je al snel aan de succesverhalen. Toch houden de meeste start-ups al vroeg op met bestaan. Accelerators helpen jonge ondernemers daarom een handje, maar werkt dat ook?

Start-ups – dat zijn vaak unicorns, begonnen in een stoffige garages, uitgegroeid tot wereldwijde successen, toch? Niet altijd. Het succesverhaal van start-ups kent ook een schaduwkant. De meeste start-ups houden op met bestaan omdat ze een te klein startkapitaal hebben, verkeerde inschattingen maken of omdat het product simpelweg niet aanslaat. Start-ups een handje helpen? Daar is dus een markt voor. De markt van de accelerators.

Accelerators helpen jonge start-ups met het verzamelen van kennis en kapitaal. Volgens Pim de Bokx van de Dutch Incubation Association zijn er op dit moment vijf accelerator programma’s * in Nederland. Hij verwacht dat dit aantal – net zoals in de Verenigde Staten – de komende jaren flink toe zal nemen.

Maar wat hebben start-ups eigenlijk aan accelerators? We beantwoorden de drie belangrijkste vragen over accelerators in Nederland.

1. Wat is een accelerator?

Het doel van acceleratorprogramma’s is het leerproces van start-ups te versnellen. Dat gebeurt volgens Rune Theill, mede-oprichter van de Amsterdamse accelerator Rockstart, door jonge start-ups de eerste (en lastigste) ondernemersfase door te helpen:

“Bij tegenslagen kunnen oprichters snel gedemotiveerd raken. Met ons programma bieden wij jonge bedrijven een netwerk, ervaring en vaak ook een werkplaats. Dat geeft ze in ieder geval wat zekerheid.”

Een accelerator koppelt start-ups kortom aan ervaren ondernemers, die als mentoren dienen voor de jonge ondernemers. Marc Wesselink, mede-oprichter van acceleratorprogramma Startupbootcamp, ondersteunt bedrijven bovendien in het aantrekken van kapitaal.

Dat klinkt allemaal heel genereus, maar accelerator hebben er ook baat bij dat de start-ups van de grond komen. Volgens Theill is Rockstart in feite een investeerder – in ruil voor de hulp krijgen accelerators aandelen: voor Rockstart is dat acht procent.

2. Waar moet een start-up op letten bij het kiezen van een accelerator?

Volgens De Bokx zijn er twee type accelerators. ‘Nieuwe’ accelerators zoals Startupbootcamp en Rockstart vinden het belangrijk samen te werken met start-ups met potentie, zelfs al is de omzet laag. ‘Traditionele’ accelerators ** kijken vooral naar de mogelijke omzetgroei. Zo werkt de accelerator van de Entrepreneurs Organization Netherlands (EO) enkel samen met start-ups die een omzet van ten minste 250.000 euro draaien.

Het hangt dus van de start-up af welk type accelerator interessant is. Bovendien zegt Erik Stam, hoogleraar Sociaal Ondernemersschap en Innovatie, dat een start-up goed moet kijken of de doelstelling van de accelerator wel bij hun eigen visie aansluit:

“Er worden ook accelerators door gemeentes, universiteiten of bedrijven zelf opgericht. Zo wil een universiteit wetenschappelijk onderzoek stimuleren, terwijl een gemeente werkgelegenheid wil creeëren – dat moet maar net bij je start-up passen.”

Online start-up Civocracy herkent dit: “Accelerators die door bedrijven zelf zijn opgericht, nemen vaak geen aandelen in de start-up. Zij gebruiken de start-up vooral om de wereld te laten hoe innovatief ze zijn.”

3. Hebben start-ups wat aan een accelerator?

De Amsterdamse start-up Sustainer Homes, die zelfvoorzienende en duurzame huizen bouwt, volgde het programma van Startupbootcamp:

“In drie maanden tijd hebben we ontzettend veel geleerd. Zowel op het gebied van financiering, als op strategisch gebied. Dat we in ruil daarvoor aandelen aan Startupbootcamp hebben gegeven vinden we een schappelijke regeling – we hebben veel aan het programma gehad.”

Start-up Civocracy is zelfs vanuit Berlijn naar Amsterdam gekomen, om zich bij een accelerator aan te kunnen sluiten:

“Voor acht procent van onze aandelen was dat het zeker waard.”

bron NRCQ: http://www.nrc.nl/nieuws/2016/03/13/wat-hebben-start-ups-eigenlijk-aan-een-accelerator

auteur: Ties Gijzel